De maand mei stond in het teken van de kapper. Ook voor mij. De werktitel van dit stukje was dan ook Kapper Now! Maar in de loop van het bedenken kon ik er aan wennen dat het anders ging heten.  Begin Mei kondigde ze aan  dat de kappers weer open mochten op 11 Mei.  De dag dat ze open gingen vertelde mijn vader dat hij die dag zelf al in de ochtend een afspraak had gemaakt.

VOOR VOLGENDE WEEK MAANDAG!

Ik heb het maar even afgewacht.  Ik moest maar even wennen aan dat ongeblondeerde Wilders kapsel.  Afgelopen Woensdag kon ik eindelijk terecht.  Op het nieuws had ik gezien dat kappers het eigenlijk zat zijn om dezelfde gesprekken aan te gaan. Namelijk over de epidemie.  “Ja wennen he”  “Ja zal wel wennen zijn.” Vroeger sprak je bij de kapper over je aankomende vakantie en/of je familie. En als men nou ergens nu in deze tijd niet over wil hebben dan is het daar wel over.

Een vriend vertelde me ooit dat je echt met een heel raar bizar onderwerp eens moet komen zo dat je dat allemaal kon vermijden.

Maar ik had er niet meer aan gedacht.

Buiten bij de kapper stond een klein partytentje voor de kapperszaak en bij aankomst zag ik een tafeltje met ontsmettingsmateriaal en een mondkapje waar ik gebruik van moest maken. Een papiertje hing op het raam dat ik buiten moest wachten tot ik binnen word geroepen.  “Prima” Dacht ik

Een 2e klant kwam het tentje ‘binnen’ en ziet het tafeltje met de nodige corona voorzorg materielen en zegt luid “SERIEUS??” Dit is echt gebeurd, mensen.

“Ja, mevrouw serieus! Of gaan ze voor u nu écht te ver? Zo’n pandemie leuk en aardig maar dit gaat me even boven mijn mondkap. Nee, al die persconferenties waren allemaal een farce. Dat we een soort Truman show om uw heen hebben gemaakt. Wat dacht u dan? of heeft u al die tijd onder een steen geleefd?”

Dat dacht ik tenminste allemaal.

In mijn gedachtenrazernij heeft ze ondertussen wel gedaan wat er van haar gevraagd werd. De mevrouw in kwestie vroeg zich af met het mondkapje opdoen  hoe ze hier mee konden werken. Dat het nou niet per se prettig aanvoelde volgens haar. “Ik denk dat het wennen is”zei ik.

Terwijl ik dit zei vroeg ik me gelijk af wanneer je zo’n zin eigenlijk voor gebruikt.

“Ik denk dat het wennen is”.

Nu veel meer dan ooit. Maar vroeger? Een nieuwe bezitting als een auto of een huis. Of een relatie die uitgaat? Je legde mensen uit waarom je 4 dagen op een smerig festival terrein en camping  loopt of dat je eerste stappen maakt naar een Chinese massagesalon. Oke misschien niet zon goed voorbeeld.

Of een met tjokvol publiek quizprogramma en de kandidaat in kwestie een 6 letter woord moet raden met 3 ‘N’en.  Dan gebruik je die zin.

Rutte vertelde ook dat het nieuwe normaal mogelijkerwijs  normaal word. Maar voorlopig is dat niet zo. Het ‘nieuwe normaal’voor de mensen kan beter gewoon “wennen”worden genoemd.

Wen er maar aan. Want daarna word het normaal.

Stilzwijgend probeer ik te bedenken in de kappersstoel een raar bizar verhaal. Maar ik kwam er niet op. Het ging over werk en verlof van mij kant over naar haar kant naar haar eigen mondkapje. Waar ze zelf over begon. Ja dan ga ik het vragen ook.

“Zit dat nou lekker zo’n mondkapje? Zal wel even wennen zijn”

De kappers zijn inderdaad al lang gewend aan de mondkapjes.

Wennen aan het nieuwe wennen. Voorlopig.

Wen aan de mondkapjes, winkelwagentjes verplicht in de supermarkt voor een appel en een ei, het reserveren voor horeca en het wennen aan het desinfecteren en het constant handen wassen.

Donderdag en vrijdag weer gewoon naar mijn werk.

“Wow!” zegt een ieder die ziet dat ik bij de kapper ben geweest.

“Ja” zei ik “Is het een beetje gelukt?”